Strooigoed of strooifout? Dat is dé vraag! La Grande QUESTION! The question! Die Hammfrage….En daar wil ik graag het volgende over kwijt, beste mensen:

Van de vele eindejaarlijks terugkerende dilemma’s rond de winterfeesten, (zoals: kan je als twaalfjarige nog met goed fatsoen langs de deuren met Sint Maarten? Doen we Piet zwart of roet of wit of regenboog of helemaal niet? Nemen we millieu-neutraalsgewijs een echte kerstboom of een neppe? Vragen we tante Rietje wel of liever niet bij het kerstdiner? Geven we illegaal vuurwerk afstekende pubers huisarrest of de vrije teugel?) is die van het sintstrooigoed er één die meestal nogal onderbelicht blijft. Tot vorige week: toen las ik een pittig stukje in onze plaatselijke sufferd: In een brandbrief pleitte een vaste lezer voor afschaffing van de bij de Sinterklaas traditie horende gewoonte om kinderen, ter verhoging van de feestvreugde tijdens het bezoek van de Goedheiligman, om de oren te gooien met een mix van tumtum, suikerbeestjes, hartjes en pepernoten, veel pepernoten, die eigenlijk kruidnoten heten, maar daar gaat het nou effe niet over. De argumenten waren best redelijk! Ik kon mij erin vinden!

  1. Het gebruikte strooigoed is vaak niet om te hachelen: zo melig de noten, zo taai en keihard de tumtum en op het suikergoed bijt men zich de tanden stuk. De kwaliteit is achteruit gehold met de jaren. Je kan het wel lekker als munitie gebruiken. Dat dan weer wel!
  2. Het gestrooi geeft troep en viezigheid. Nog weeeeken na het grote feest van de Sint vind je in de raarste hoeken en gaten de verstofte restjes. Er zat ooit een vergeten nootje in de pantoffel van onze middelste. Toen die wel heel raar begon te ruiken, de pantoffel, hé, niet onze middelste, bleek dat er op dit specifieke restje strooigoed een muisje was afgekomen. Dat muisje durfde nooit mee die pantoffel uit: onze katten lagen op de loer. Dat stinkt, hoor, zo’n dood muisje met restjes niet helemaal verteerd strooigoed in de buik…
  3. Heb je net de aanwezige feestvierders rustig in een kring, thuis of op school of bij de scouting, om de mooi opgestelde surprises, komt de Sint binnen met gestrooi! Dan duiken de aanwezigen, alsof ze nooit iets te eten hebben gehad de afgelopen maand, met zo’n fanatisme op het snoep, dat kinderen en knutselwerken moeten vrezen voor hun voortbestaan.
  4. Dat smijten met etenswaren, dat is toch wel een verkeerde kant op geëvolueerd stukje van de best gezellige en zeer welkome traditie van het uitdelen van lekkers… Dat kan toch anders? Bekwaam je als strooier in het preciezie strooien bij gezette schoentjes of vlij de meegebrachte snoeperij met zachte hand rechtstreeks in de handjes van de fanclub van de Sint. Olé!

Er is op de scholen en bij de winkeliersverenigingen in het hele land een gapende kloof ontstaan tussen de voor – en tegenstanders van het strooien. De meningen zijn zeer verdeeld! Dat kan er ook nog wel bij… Het wachten is op een door tandartsen, diëtisten en obesitas bestrijdende extremisten, die als een nieuw soort blokkeerfriezen de optochten van de Sint proberen de verhinderen. Terug naar de appeltjes van oranje! Nee! Blijf met je betweterige poten van onze tradities af!!!

En dan heb ik het hier nog niet eens over de herkomst van de kruidnoot, speculaaspop, chocoladeletter. Hoe Nederlands mag je die noemen? Gemaakt met uit de voormalige koloniën gehaalde (geroofde?) ingrediënten?

Ach jee…hoe ver moet je gaan om met een zuiver geweten feest te vieren….te leven…

Strooigoed of strooifout of gemeengoed…. Ik kom er niet uit en maak me er deze keer van af door de kleuterkwoot van de week als slotzin te gebruiken:

“Als het dan niet mag, waarom is het dan uitgevonden?” (Dorien, 5 jr)