Ja, hallo, met mij! Ik dacht: ik bel je even!

Hoezo? Dat kan toch wel even nu? Dat bedoel ik! Ik heb mooi even de tijd om je bij te praten. Waarom niet? Dat had ik je toch beloofd! Elke dag een kattenbelletje met de laatste nieuwtjes enzo. Ja, via de mail, maar je reageert er helemaal niet op, op mijn mails niet, nee en je appt ook niet terug, dus ik dacht: ik bel je even! Nee, zeg, hoe kom je daar nou bij! Nou zeg, je bent zeker met je verkeerde been uit bed gestapt… Oh sorry… niet meteen ophangen… nee… ik dacht even niet goed na… je kan helemaal niet uit bed nog… en zeker niet met je verkeerde been… dat was ook niet letterlijk bedoeld, maar figuurlijk. Heb ik vanmiddag nog een lesje over afgedraaid in jouw lieve   groep 8. Vandaar misschien… Waar ik nou echt voor bel? Tsja…dat je maar blij mag zijn, dat je nog niet aan het werk kunt, want de boel gaat helemaal op de schop: de verbouwing gaat eindelijk van start en we moeten allemaal van lokaal wisselen. Ja. Enne…jouw lokaal wordt permanent voor-, tussen- en naschoolse opvang. Ja, lieve schat, daar kan ik toch ik toch niets tegenin brengen? Misschien moet je dan zelf maar even bellen met Maarten? Wat nou weer? Ja! Ik mag al Maarten zeggen in plaats van meneer de Lange. Helemaal mee eens… ik vind het ook een slijmerd, maar hij krijgt dus wel van alles voor elkaar bij het bestuur…dus… Ze beginnen volgende week en na de voorjaarsvakantie moet het klaar zijn. Jouw lokaal gaat naar de zijkant, in dat ouwe noodlokaal dat al acht jaar geleden tijdelijk is neergezet. Kan je wel makkelijk naar het kleuterplein… en naar het sportveld… best lekker, toch? Ja, wel erg klein en oh ja… je ouwe kletsbank gaat naar het grofvuil. Die was te vies om aan te pakken, zei Maarten. Ja. Nee. Nee. Natuurlijk! Dat snap ik wel… ja… schoon schip, zegtie steeds. De Kleine Kapitein wil graag een schoon schip onder zijn poten. Einde citaat. Nee! Hihihi! Ja! Nee, z’n neus is ook niet klein! Wat Bettie ervan vond? Nou, wat denk je zelluf? Meteen in tranen. Een hele doos tissues er in één vergadering doorheen gesnotterd heeft ze. Kees? Die is halverwege boos weggelopen. Ook zoiets! En Jut en Jul hebben meteen een gesprek met het bestuur aangevraagd. Nee, natuurlijk helpt dat niet! We weten al twee jaar of is het al drie jaar, dat de boel een keer opgeknapt moet worden, toch? Ja, hallo, dan moet je ook de notulen en de intervisiestukken en de teamverslagen beter lezen, Jannie… Hoezo, niet zo’n toontje aanslaan? Oh, ben ik nou weer die frikkerige juf… Nou, dan hang je toch lekker op… Ja? Ik luister! Ehm… dat komt uit de lief en leed… Jolanda en Karin… ach lieve help, dat is toch goed bedoeld? Okay! Ik geef het ze wel door, dat je geen vrolijke ansichtkaart meer kunt zien en liever ook geen kinderknutselwerkjes meer… En wat moet ik dan zeggen, als ze vragen waarom? Dat je hoofd er niet naar staat? En dat je je nog erg beroerd voelt? Komt goed! Niet? Komt het niet goed? Jannie? Jannie?

 

 

Ja, hallo, met mij! Ik dacht, ik bel je even!

Ik had zoiets leuks in jouw groepje vandaag. Ja. In de kring. Ja, het is alweer woensdag. De tijd vliegt! Oh, sorry, voor jou niet natuurlijk, voor jou kruiptie traag als stront… Kan wel even toch? Goed! Nee, ik zit in de trein. Volle bak weer! Jawel, hoor. Dat is het voordeel van mijn grijze haar en mijn ouwe koppie. Er staat altijd wel iemand voor me op. En vaak is dat een gastarbeider… eh… tweede generatie…eh… allochtoon… eh… iemand van kleur…een nieuwelander… nou ja, je weet wel wat ik bedoel! Nou, luister dan… we zaten in de kring en de bel ging bijna en Jip zat te hannessen met zijn tas. Ja. Jip! Die heeft een te kleine tas. We mopperen er vaak over samen, met een knipoog natuurlijk. En vandaag in de kring zegtie: Ik ga nu echt om een grotere tas vragen. Een tas zo groot als…als…als …als deze klas. Elias viel hem bij met: Ja, dat is handig, want dan kunnen de bakken met eten en drinken er ook allemaal in. Jip reageerde daar weer op met: Ik wil een nog groterdere tas. Zo groot als…als… de heeeele wereld. En toen ging Joost er nog een schepje bovenop doen. Die zei: Je moet de hele ruimte nemen, Jip, dan heb je nog meer! Ik kon het toen natuurlijk niet laten om te vragen: Wie weet iets nog groters dan de hele ruimte? Hoezo is dat een rare vraag, Jannie? Nou, waarom kan je dat niet aan kleuters vragen? Doe niet zo mal! Die hebben juist overal nog een antwoord op, hoor! Luister nou, ik heb het opgenomen. Ik speel het wel even voor je af!
Natuurlijk weet ik het anders niet meer zo letterlijk. Voor jou! Om jou een plezier te doen. Let op: herken je Loïs en Joost en Jan en Keesje en Merlijn doet mee en ook nog Mark! Oh en Marianne! Die vergeet ik nou altijd! Dat is meestal zo’n stille muis, maar die ging lekker meedoen vandaag. Ja! Bij mij wel!
-Het heelalles, bedoel je zeker?
-De ruimte, zeg ik toch. Daar zit het heelal al in. En zelfs de hele wereld er nog bij!
-De ruimte is een slakkenhuis, zegt papa.
-De ruimte gaat alsmaar door. Daar zit geen einde aan.
-En een slakkenhuis is juist heel klein, Jip.
-Aan alles zit een einde, behalve dan aan de ruimte.
-Die is om-eindig! Ik weet waar wel een einde aan zit, juf: de klas, de school, de bakken met eten en drinken, de dag, de nacht…
-En het leven. Dat heet sterven.
-Het einde van de dag is het begin van de nacht en het einde van de nacht is het begin van de …
-Het einde van eten is het begin van poep en…
-…het einde van drinken is het begin van pies!
-Het einde van dood is het leven daaroo…
-Daaroo? Wat is daaroo nou weer?
-Daaroo? Dat is De Hemel, natuurlijk, waar God woont…
-God woont in mijn hart.
-God woont in mijn gedachten.
-God woont in mijn herinnering. Ik denk, de mensen hebben God bedacht en ik kan me dat herinneren. Daar denk ik aan.
-Als God daaroo woont, in de ruimte die het heelal is, dan is God zeker een slak in een heeeeeeeeel groot slakkenhuis…..

Geinig hé? Wat is er nou? Maakt ik je verdrietig hiermee? Ach lieverd! Mis je die schatjes zo erg? Oh. Dat is het niet… wat dan… ze vinden mij een leukere juf dan jou? Hoe dan? Hoe kom je daaaar nou bij…. Jannie? Jannie?