Het avondvierdaagse-effect

“De paa-haa-haa-den op, de laa-haa-haa-nen in, voooorruit met fffflinke passss…..” Waren het maar paden en lanen waarlangs zich de avondvierdaagse voor de jonge medemensen zich slingert, elk jaar zo ergens tussen begin en eind juni. Nee! Hele stukken van het te wandelen traject gaan door (rand)stedelijke wijken en over geplaveide wegen, ook wanneer er in de buurt lommerrijke bos/ duin/ veld weggetjes liggen. Er wordt niet gevierdaagst in de vrije natuur, alwaar pas van echt wandelen sprake zou kunnen zijn, omdat de schoolkinderen daar niet op smalle stoepjes gepropt met elkaar half en half in de file moeten lopen, bijvoorbeeld op die laatste avond richting een Grote Markt waar de medailles worden uitgereikt en ook niet wanneer ze een populair stadsknooppunt naderen, waar zich wellicht even daarvoor een korte maar hevige strijd tussen de diverse Ouderraden van de verschillende scholen voor de beste plek voor een pitstop heeft afgespeeld. Hebben jullie hem al gehad? En is jullie team/ ouderraad/ vierdaagse-commissie zo wijs geweest om er een eigen draai aan te geven? De Roeptoeter hoopt het van harte.
Lezers dezes zullen begrijpen, dat www.deroeptoeter.nl ,al dan niet terecht, wat bedenkingen tegen het verschijnsel van de vierdaagse koestert. Dat kwam De Roeptoeter een keer op een reprimande te staan. Na het lichtelijk ongenuanceerd ventileren van haar niet mis te verstane standpunt in deze, ten overstaan van een paar toevallige voorbijgangers van het soort ‘ouders van de kinderen van haar klas’, werd zij apart genomen door een wijze collega, die met milde spot de Roeptoeter tot de orde riep. “Je moet dat niet zo hard zeggen, daar beledig je mensen mee”, zei ze. “Ik beledig niemand! Ik beledig hooguit het Instituut Avondvierdaagse!” “Nee, jij beledigt die mensen, die de vierdaagse als één van de hoogtepunten van het jaar ervaren en die er het hele jaar naar uit hebben gekeken om dit evenement met hun kinderen te vieren, inclusief het snoepen en snaaien. Die mensen, die vol trots de medailles aan de muur hebben hangen. Die ouders, die het hun kinderen gunnen om met de vrienden en vriendinnen van school een sportieve prestatie neer te zetten en die het hun kinderen gunnen om daar groots voor onthaald te worden, met bloemen en muziek. Snap je dat?” Met het schaamrood op de toeterkaken moest ik het bekennen… Dat ik mij dat niet had gerealiseerd… Ik hakkelde nog wel: ”Het is maar een mening…”
Natuurlijk! Het is maar een mening! Vrijheid van denken en doen en spreken! Maar waar ligt de grens? Sindsdien noemt de Roeptoeter het botsen van meningen en het ongewild beledigen van mensen die een andere mening zijn toegedaan, hoe absurd ook, ‘het avondvierdaagse-effect’. En? Heeft deze wijze les het gewenste effect gehad, Roeptoeter? Het antwoord op die gewetensvraag laat ik hier graag aan de lezers over…