Een meester in de klas!

Zodra meester Richard (spreek uit als Riesjaar) het lokaal binnenstapt, gaat er een rimpeling door de klas. Daar issie! Een meester! Eindelijk! Deze groep 6 heeft nog nooit een meester gehad, zelfs niet voor gym, muziek noch handvaardigheid. Meester Richard is eigenlijk niet en wel een meester: hij heeft al ervaring als sportleraar, maar zit nu nog op de PABO. Hij komt stage lopen bij mij. Ik ben in alles zijn tegenpool.
Ik ben al tamelijk oud ( “Juf, heeft u de tweede wereldoorlog nog meegemaakt?”) en een druktemaker, wat uitgezakt en grijs en mijn wollige jargon is doorspekt met spreekwoorden en gezegden: lekker breedsprakig en ouderwets! Ook ouderwets: ik ben een die-hard fulltimer. Meester Richard is groot, atletisch, jong en rustig en heeft vanuit het sporten geleerd om instructies kort en helder te formuleren. Als waren het spelregels. Bovendien is hij een hunk. Daar kunnen we niet omheen. Alle kinderen zijn iets rechterop gaan zitten en kijken hem vol verwachting aan. Michelle, prominent vooraan en sowieso een prominent element in de klas, een positief leider, zij voert een vrolijk bewind, dat zowel door de meisjes als de jongens in de klas als prettig wordt ervaren, Michelle is zo rechtop gaan zitten, dat ze bijna los komt van haar stoel. Meester Richard kijkt de klas rond. Op het moment, dat zijn vriendelijke blik op Michelle valt, trekt zij het elastiek uit haar paardenstaart , schudt het bevallige hoofd, zodat haar blonde lokken om haar hoofd zwieren en prachtig lang golvend los gaan uithangen. Zij mag heur haar op school niet los. Moeders denkt, dat luizen en ander gespuis sneller overspringen op losse haarslierten. Mees stelt zich voor. Hij heeft wat attributen mee, die iets over hem kunnen vertellen. De kinderen mogen vragen stellen. Michelle is de eerste, die dat durft. Ze vraagt: “Meester, heb je al een vriendin?” In de pauze is het voetbaltijd en mees doet lekker mee. De beste voetballers (m/v) gaan meteen de competitie met hem aan. De bestaande rangorde staat onder druk door zijn komst. Bijna de hele groep balt mee. Bij het zelfstandig werken loopt hij kalm zijn instructierondjes en liggen er opvallend veel blokjes op het vraagteken. Heeft hij de les niet goed uitgelegd? Ik vond het prima. Kort, helder, duidelijk, goed voorbereid, niks mis mee. De kinderen denken daar blijkbaar anders over? Nee! Ze vragen op deze manier extra om zijn aandacht. En ook hier spant Michelle de kroon. “Meester Richard, ik snap deze som nog niet zo goed…” Hoho, Michelle, jij bent toch één van mijn top rekenaars…? Een paar dagen later komt de vader van Michelle ‘es even naar zijn concurrent kijken’. Wat een indruk heeft deze jongeman gemaakt! Dat komt natuurlijk door zijn rust, zijn uitstraling, zijn aangeboren overwicht, maar ook doordat vrees ik, helaas pindakaas, hij een man is. En, wat wil je met deze blog nu eigenlijk aantonen, Roeptoeter? Nou, dat het hard nodig is om jonge mensen van alle soorten en maten te stimuleren om in het onderwijs te komen werken, omdat die variatie onmeurig goed is voor de leerlingen. Daag dus vooral de mannen uit om in het basisonderwijs, wat steeds meer een ‘vrouwen bolwerk’ is geworden, toe te treden. Niet omdat ze als man betere leerkrachten zouden zijn, maar puur omdat verschillen ertoe doen!