Ik weet nog goed hoe ik getroffen werd door het beeld dat bovenstaande uitdrukking bij mij opriep op de dag, dat ik mezelf betrapte op een vooroordeel t.o.v. mensendievanrekenenhouden. Mijn 1e zelfbenoemde boomschudder  was namelijk de docent rekenen en wiskunde op de verkorte PABO in Alkmaar. Ik ben zijn naam vergeten, maar zijn boomschudlessen niet! Ik zie het zo voor me: ik schud aan een boom. Er is geen beweging in te krijgen, maar toch, na flink volhouden, zwiepen ineens de takken en vallen er walnoten en appels en peren van de takken op de grond…oogsten maar!

Mensendievanrekenenhouden vond ik saai en onbegrijpelijk. Deze man was alles behalve dat. Hij zette ons PABO studenten graag flink aan de hersenkrakerites door absurde situaties te schetsen en daar als vanzelf bizar leuke sommen aan te verbinden. Dat noemde hij zelf dus ‘even aan de boom schudden’.

Ik zat met zo’n 20 andere herintreders bij deze man in de schoolbank om te leren hoe de kinderen van nu van het ouderwetse koopmans rekenen (lees: cijferen en hoofdrekenen en het gedachteloos opdreunen van de tafels der vermenigvuldiging) uit moesten komen bij het realistisch rekenen (lees: sommen oplossen die zijn verstopt in betekenisvolle situaties uit het dagelijks leven). Hij werkte mee aan de methodes Pluspunt en de Wereld in Getallen.

Een les bij hem kon zo beginnen: M’n beste jongejuffrouw, u schrijft nog met een vulpen zie ik? Bevestigend knikken. En mag ik vragen: Wanneer bent u jarig? 22 juli. Wordt het een groot feest? Nee, iedereen is dan met vakantie. Ah, zou u graag een groot feest geven een keer? Ja, best wel! Hoe lang zou u erover doen om met de hand een uitnodiging te schrijven voor zo’n feest? Eh…..? En stel, dat u pakweg de hele Chinese bevolking zou uitnodigen voor het feest? Hoe lang zou u daar over doen? En hoeveel papier zou dat nemen? En hoeveel inkt zou dat kosten? En zouden al die Chinezen wel passen in bijvoorbeeld de kop van Noord Holland? Op een klapstoeltje? Met of zonder tafeltjes?

Ik heb veel van hem geleerd en kon met zijn inzet voor mijn rekentoets de tweede keer een ruime voldoende scoren. Hij blies met zijn lessen het stof uit mijn bovenkamer.

Nu heb ik zelf al weer enige jaren in groep 6 met de methode WIG te maken gehad en met de PISA uitkomsten, dat het de kinderen van nu ontbreekt aan het goed kunnen hoofdrekenen (lees: koopmans rekenen) en dus vraag ik mij af: zijn de  bedenkers van het realistisch rekenonderwijs niet een beetje  doorgeschoten? Schudden ze nog wel aan de goede boom? Of kunnen we beter weer gedachteloos tafels gaan stampen?

In het WIG blok ‘De Zeeuwse Kust’ staat op blz ….. een les. Die les heet, beste lezers, ik verzin dit niet, die les heet echt: ‘rekenen met een aangespoelde potvis’. Ik herhaal: ‘rekenen met een aangespoelde potvis’! De kinderen worden in deze les ondermeer aangespoord om te schatten hoeveel leerlingen je naast zo’n potvis in het natte zand op het strand van Zeeland kunt leggen. Echt!  Wie bedenkt zoiets?

Ik denk alleen maar:  Kan een potvis wel rekenen? Helemaal wanneer hij is aangespoeld? Heeft het dier niet wat anders aan de stervende of al gestorven kop? En wat zal die vis stinken! Daar ga je toch geen kinderen uit je klas naast leggen. In het natte zand? Met hun goeie kleren? Oh, jongens en meisjes, kijk, wat ziet juf daar! Komt dat even goed uit! Daar ligt een aangespoelde potvis! Ga daar maar even naast liggen…ja, zo, van kop tot kont! Nee, sorrie potvis, we komen je niet redden met natte doeken en een bulldozer… we komen met je rekenen!!! Hoe realistisch is dat? En gaan we daar beter van rekenen?

Nu komt het: het antwoord is toch gewoon ‘ja’! Want deze les vergeten ze nooit meer! Het absurde van de situatie, het plezier van hun juf, de meligheid , het maken van de grappen, kortom, het schudden aan de boom blijft ze bij.

En passant leren ze schattend rekenen, maar ook precies de gemiddelde lengte van hun klasgenoten bepalen, denken ze diep na over de redenen van het aanspoelen en  vogelen uit hoe zwaar een baby potvis zou kunnen zijn. Maar vooral leren ze hier dat alles kan met de kracht van je verbeelding. Rekenen met de aangespoelde potvis= schudden aan de boom 3.0.

Waarvoor hartelijk dank!

En voor dat hoofdrekenen gebruiken ze toch gewoon een rekenmachientje…