Oranje boven?
Ach ach ach… och och och… wat te doen? Dan ben je een groot voetbalfan en dan wil je zo graag genieten van het feest dat de wereldkampioenschappen heet… Je wil zo graag je hele klas volhangen met oranje spul, je leerlingen verkleed naar school laten komen en juichen bij elk doelpunt. De schminckstiften met de Hollandse vlag zitten bij wijze van spreken al dagen in je binnenzak, de poster van Ome Louis, nee, vader Louis, de hedendaagse Vader des Vaderlands, ligt al opgerold op je bureau, met de lijst van de 26 door hem geselecteerde spelers voor het oranje elftal. Er wordt al druk gediscussieerd over Cillessen: terecht niet uitgekozen of onterecht gepasseerd, maar…grote maar… kan je straks wel echt genieten van deze top competitie? Of ga je je leerlingen en collega’s lastigvallen met bezwaren? Met de bij de bouw van de stadions gevallen dwangarbeiders? Met de wrange gedachte, dat het topvoetbal allang niet meer draait om het spel, de sportiviteit, de solidariteit, de gemeenschapszin, maar gedicteerd lijkt te worden door de macht van het grote grote grote geld? De Roeptoeter weet het wel: dit soort dilemma’s is niet nieuw! Hoever kan je als leerkracht gaan met het in je klas binnenhalen van de wereld? Hoe bescherm je je leerlingen, de tere kinderzielen, tegen al teveel leed en ellende? Hoe diep kan je ingaan op de in de samenleving spelende controverses? Kan en mag jij als leerkracht jouw politieke standpunten ventileren? Hoe ga je om met de waan van de dag en met de wappies van de week? Hoe vind je de balans? Je kunt de boze buitenwereld niet helemaal uit de school bannen. Beter is het om de actualiteit toch maar te omarmen en begeleid te bespreken en te behandelen. Wat speelt er al bij je leerlingen?
Tip: Met de bovenbouwers kan je heel goed zo af en toe een aardig debat over een heikel thema organiseren. www.deroeptoeter.nl noemt dat “Lagerhuis”. Je verdeelt je klas in groepjes en geeft ze at random een standpunt of een te verdedigen stelling. Daarmee gaan ze aan de slag. De groepjes gaan informatie zoeken, voors en tegens verzamelen, hun argumenten formuleren en komen zo beslagen ten ijs in het debat. De gespreksleiders zijn neutraal. De opbouw van het debat is altijd hetzelfde: van elk groepje is er een woordvoerder die kort de eigen stelling verdedigt. Na dat rondje gaan de kinderen met elkaar in discussie. Je kunt dit combineren met een stemming aan het eind: welk standpunt is het best verdedigd? Welk groepje/ welke spreker was het meest overtuigend? Zijn er meningen veranderd? Pietendiscussie, aanleg van het circuit van Zandvoort, boerenprotesten, klimaattop… en ja… ook de wereldkampioenschappen in Qatar kan je zo begeleid behandelen, bijvoorbeeld rond de stelling: onze Koning moet wel/ mag niet naar Qatar.
Maar… of je dan daarna onbespoten kan kijken naar de wedstrijden? Dat weet de Roeptoeter dan weer niet…

Zoek je een uitgewerkt voorbeeld van een Lagerhuisdebat? Klik op de link!