Als ik Pabo docent zou zijn…
Jongens, jongens en meisjes ook en iedereen die daartussenin zit, als dát nog eens zou kunnen: ik als Pabo docent! Oud en grijs, gepokt en gemazeld en dan keihard gaan voor een radicaal nieuwe aanpak… Hoewel… nieuw… wat is nieuw? De geschiedenis herhaalt zich voortdurend. We lijken er als samenleving in het groot en in het klein maar niet wijzer op te worden! Nou ja! Hoe grijzer, hoe eigenwijzer! Deze spreuk kreeg ik van een leerling. Op juffendag. En ik vond het meteen een compliment. Dus: laat ik eens lekker eigenwijs lopen te gaan doen, hier in mijn blogje van deze week. (Lekker makkelijk! Vanuit mijn luie stoel!)
“Beste eerstejaars Pabo”, zou ik zeggen tegen mijn kersverse studenten, “we gaan het eens helemaal anders aanpakken hier! Doen jullie mee? We gooien het oude curriculum terzijde, tot nader orde en we gaan het hele eerste jaar aan de slag met filosofie, burgerschapskunde (voorheen maatschappijleer), ontwikkelingspsychologie en pedagogie. We bestuderen de groei- en ontwikkelingsstadia van het jonge kind en plaatsen de verschillende theorieën over leren en denken en doen van de verschillende grote en kleine filosofen, psychologen en pedagogen naast elkaar. Die kennis koppelen we aan reflecties over onze samenleving. In wat voor een maatschappij leven wij? Hoe lopen de hazen? Hoe zit het met gender (on)gelijkheid en gelijke kansen? Hoe bepalend is onze afkomst en cultuur? Wie of wat maakt dat we zijn wie we zijn? Waar streven we naar? Welke prioriteiten kennen we? En zijn we het daarmee eens? We zullen veel gaan lezen en met elkaar in gesprek zijn. Dat laatste op Socratische wijze! Jazeker! Een kringgesprek met goede vragen! Welke vragen hebben we? Waar zijn we nieuwsgierig naar? Hoe en waar vinden we een antwoord? Wie of wat kan ons daarbij helpen? Welke deskundigen nodigen we uit voor een hoorcollege? Jullie gaan daarenboven met elkaar in tweetallen stage lopen, maar dat houdt voorlopig in, dat jullie alleen maar observeren en nog es observeren. Een klas, een school, diverse leerkrachten, diverse leerlingen. Wat zie je? Wat betekent dat? Wat zegt wat jij ziet over de situatie/ de school/ die leerkracht/ dat kind? We gaan niet over één nacht ijs! We gaan echt de diepte in!”
Hier zou ik even stoppen om de eerste reacties op te vangen/ de dolenthousiaste studenten wat in te tomen/ de kritische studenten hun vragen te laten stellen/ de weglopers de kans te geven hun jas en tas te pakken.
Daarna zou ik mijn eerste vraag aan hen willen stellen:
“Jongelui, denk even terug en zoek in je geheugen naar die docent/ leerkracht die jij je het best herinnert. Wat maakte dat hij/ zij/ het zo’n indruk achterliet?”
Ik zou daarmee meteen bij de kern zijn aangekomen: wat voor een leerkracht zou jij willen zijn? Welke kwaliteiten en eigenschappen heeft een echt goede leraar? (m/v/o) En ik zou mijn leerlingen beloven, dat ze onder mijn grijze en eigenwijze leiding keihard aan die skills zouden kunnen gaan werken de komende 4 jaar.
Bouwen aan hun kennis en kunde oftewel kunnis. En nee, dat is niet meteen lesgeven met een methode in je hand bij een stagebegeleider op een school en nee, dat is niet eindeloos het wiel opnieuw uitvinden. Dat is wél op zoek naar de eigen gedrevenheid, het blootleggen van het eigen inzicht en motieven en op basis daarvan in staat zijn om onderwijs op maat te kunnen gaan geven aan het jonge kind, al dan niet met of zonder een methode. “Overigens, beste volgers, die methodes, daar is heus goed over nagedacht en die lopen niet weg! Die pak je er zo bij, wanneer de nood aan de man komt! Nee! Die komen later tot hun recht! Eerst moet jullie goed leren kijken en luisteren naar kinderen. Meer is het niet. Eenvoudig toch?”
Hm… hoe komt het dan, dat ik tot op heden nog niet ben uitgenodigd om een groep eerstejaars van een Pabo toe te spreken en onder handen te nemen?