Dictee

Elke keer als ik mijn lieve leerlingen een dictee gaf, voelde ik me zo’n echte cliché juf. Op de hoge kruk, pront rechtop, frontaal voor de klas, de leesbril op het puntje van de neus en dan die voorleesstem, die niets mag verraden. Geen emotie, geen temperament, geen mening, niet sturen, niet schuren.
Het is een hele kunst, hoor! Rustig tempo, niet te snel, maar ook niet te langzaam. Duidelijk a r t i c u l e r e n, zonder de valkuil van het te spellen woord prijs te geven. Oogcontact houden met al je leerlingen, tussen het oplezen door, zodat ze zich gezien voelen, niet bij elkaar gaan afkijken en jij ook ziet of ze je wel kunnen bijhouden.
“Jongens en meiden, ga ik te snel, steek dan je hand op, heb je een vraag, dan zie ik je vinger in de lucht!”
Bijna elke schooldag geven we in heel Nederland op alle scholen 1 dictee van 6 woorden en een zin. De zin wordt ontleed en bij de woorden zetten de kinderen het nummer van de spellingscategorie. Saai!!!
De methode schrijft voor, dat de kinderen de woordjes en de zin telkens hardop herhalen. Ze rollen de klanken als het ware heen en weer over de tong en van hun huig naar de tanden. Zo proeven ze het woord en kunnen ze de smaak van het woord verbinden met de spelling.  Klank-letter-koppeling heet dat. Dat werkt prrrima! Daar is over nagedacht. Reken maar.
Het verhoogt de resultaten, zeker, en ook de concentratie, echt wel, want de woorden en de zin mag de leerkracht maar 1 keer oplezen. Het verspreidt tevens de ouderwetse geur van schooltje spelen. Zo doen kleuters dat al in de huishoek:
“Dan was ik de juf. Jullie moesten precies doen wat ik zei en anders kreeg je straf!”
En altijd is zo’n kleuter een verschrikkelijk strenge, saaie, pennenlikkende, frikkerige bitch met een knot en een bril! Op hoge hakken, de map met schoolwerk ferm op de onderarm, meestal links, een vest losjes over de schouders. Zie je het voor je? Hoe komen ze toch massaal aan dat voorbeeld?

Dus:

Sloeg ik soms een dag over of liet ik de kinderen elkaar een dictee geven of we maakten er een raadselspel van á la hints. Of ik gaf een omschrijving van het woord of een synoniem. Of ik vroeg: Wat is het tegenovergestelde? Wat rijmt erop? Kan je met de woorden van het dictee zelf een goede zin maken? Of een rare zin? Een on-zin zin? De  bedenker van de meest originele zin kreeg dan een prijsje. Ook schreef ik de zin soms mee op het bord met een heleboel zpelfautu die de kinderen er dan uit moesten vissen. Anders was het gewoon niet vol te houden! En ik hoop, dat als ze mij dan een keer naspelen in een eigen gemaakt stukkie toneel, dat ze dan niet zo’n frikkerig typetje neer zullen zetten…getver…het idee!